Havelland (BRD) en Grote trappen (2024)

Vogeltrip Havelland

De natuurgebieden in de voormalige DDR zijn een geliefd reisdoel van natuurminnaars. Vooral vogelaars kunnen er hun hart ophalen. Oost-Duitsland kende al veel natuurgebieden – veelal in combinatie met jacht – en na de eenwording zijn er diverse NSG’s (Naturschutzgebiete) zonder veel procedures van inspraak en bezwaren aan toegevoegd door de overheid. Het Oostzee-eiland Rügen, het gebied oostelijk van de Müritzsee, het Vorpommerense Boddenlandschap en de stroomgebieden van Elbe en Oder plus de kleinere rivieren waren de afgelopen decennia een veelvuldig bezocht excursiedoel van KNNV-afdelingen en vogelclubs. De genoemde natuurgebieden vinden we in het noordoosten van Duitsland en die streek was altijd al dunbevolkt met een centraal geleide economie van landbouw, visserij en scheepsbouw. Na de eenwording pompte Helmut Kohl zo’n 1000 miljard D-Mark in de nieuwe Bundesländer, maar een economische sprong voorwaarts heeft dit het Oost-Groningen van Duitsland niet gebracht. Wrang voor de bevolking, maar het uitblijven van economische ontwikkeling – en dus werkgelegenheid – heeft wel als effect dat de natuurgebieden relatief onbedreigd blijven. Er wordt niet geknabbeld aan het “Groene Hart” zogezegd.

Locatie Ferchesar/Lochow

In 2005 bezocht ik met de vogelwerkgroep van de KNNV Epe-Heerde het Havelland, gesitueerd in de deelstaat Brandenburg met als bestuurlijk centrum de stad Rathenow. Een streek met diverse natuurgebieden op zo’n 90 km westelijk van Berlijn. De rivier de Havel ontspringt in de Mecklenburgische Seenplatte, zo’n 18 km NO van de Müritzsee en legt een wonderlijke route af door een groot aantal meertjes, splitst zich op, om uiteindelijk met twee mondingen bij Havelberg in de Elbe te stromen.

De keuze voor deze streek was toentertijd vooral ingegeven door de aanwezigheid van Grote trappen. Weliswaar vogels uit een fokprogramma, maar dat deed aan het beeld van baltsende mannetjes in uitgestrekte blauwgraslanden niets af. Het was een fijne 6-daagse trip met expertise op divers vlak. Een jaar later besloot ik samen met echtgenote het gebied nogmaals te bezoeken.

Na 18 jaar waren we er begin mei met vier vogelaars opnieuw. We zaten zelfs in hetzelfde vakantiehuisje als in 2005 en de verhuurster was nog steeds dezelfde aardige Liane. Het huisje vinden we in Lochow, een enclave van zomerhuisjes aan het eind van de wereld. De scanauto van Google Maps is er niet geweest.

Op 5 mei vertrekken we uit Harderwijk met regen, maar allengs klaart het op en eenmaal in Duitsland is het stralend weer. Bij Magdeburg verlaten we de snelweg en rijden noordwaarts om iets later van de doorgaande route af te buigen voor een lunchstop in het dorpje Kehnert an der Elbe. Eens zien of ik nu m’n bril terugvind die ik hier in 2006 verloor. Een Plattenweg voert hier de uiterwaarden in tot aan een moerasbosje bij een plas. Van vorige trips herinner ik me deze idyllische plek, vrij van verkeersgeluiden. Ik noteer 4 Nachtegalen, Zwartkop, Grasmus, Ringmus, Braamsluiper, Groene specht en Raaf.
We vervolgen de route door diverse dorpjes aan de linkeroever van de Elbe en steken deze over bij Tangermünde. Na een tijdje arriveren we in Ferchesar, een aangenaam ogend dorp gelegen op een hoogte aan de Hohennauener-Ferchesarer See. Vanaf hier voert een bosweg naar ons reisdoel Lochow. Het gehucht ligt centraal in het zgn. Sternenpark Westhavelland, een officiëel internationaal predicaat als Dark Sky Reserve, zoals we hier het Lauwersmeergebied en de Boschplaat op Terschelling hebben. Elke avond lopen we een eind van de behuizing af om te genieten van een kraakheldere sterrenhemel en de zichtbare band van de Melkweg.
De verhuurster vertelt ons dat het voorjaar tot dan toe erg droog was. De bloei van koolzaad, meidoorn en acacia schatte ze vier weken vroeger dan normaal. En het feit dat de muggen nu al actief waren. Rond ons zomerhuis en tijdens een avondwandeling langs het nabijgelegen kanaal noteren we Bonte vliegenvanger – daar worden we ook ’s morgens mee wakker -, Wielewaal, Kraanvogel, Boom- en Veldleeuwerik, Watersnip, Geelgors, Zwarte roodstaart, Zeearend en Grote zilverreiger.

Landweggetje van het dorpje Gülpe naar de Gülper See

De volgende morgen zetten we koers naar de Gülper See, een fors meer van 660 Ha groot. Het meer vormt het centrum van een beschermd natuurgebied met een omvang van 970 Ha en is al in 1967 uitgeroepen tot Naturschutzgebiet (NSG) Gülper See.
De overkapping van een tankstation op weg er naar toe zit vol met huiszwaluwnesten en het is een vrolijk gekwetter. Van de drukte bij de pompen trekken ze zich niets aan.
Langs de weg van Seeblick naar het gehucht Parey vinden we een uitgestrekt moerasgebied, vergelijk het met het Harderbroek. Er staan twee uitkijkhutten met uitzicht op ondiepe plassen. We zien 2 nesten met een broedende Roodhalsfuut. Naast ons aan de oever knaagt een beverrat aan rietstengels en laat zich zonder angst fotograferen. In de verte vliegt een groep van 40 Kraanvogels voorbij en een Visarend jaagt boven de plas. Verder noteren we Ringmus, Matkop, Nijlgans en 1 Tafeleend.

Plasdrasgebied Grosser Graben

Voorbij Parey wandelen we naar een uitkijk hut, bekend als de hut bij Grosser Graben. Het gebied staat plasdras en het laatste traject naar de hut loop je over een plankier. Rondom ons heen is het druk met allerlei vogelsoorten. In het meest natte deel tellen we naast allerlei eenden soorten tientallen Grote zilverreigers, een Zwarte ooievaar, een Visarend duikt in het kanaal en we noteren een handvol Zwarte en Rode wouwen. In de kap van de hut broedt een kolonie Boerenzwaluwen.
In Gülpe gaan we te voet over een zandpad door de schrale graslanden dat na enkele kilometers langs de westoever van het meer voert. Het is een prachtige dag en de lucht is vol van vogelgeluiden. Al snel hebben we een adulte Zeearend in de kijker en ook een tweede exemplaar komt traag voorbij. Alsof dat nog niet genoeg is passeren ook nog twee juveniele vogels. Bij een sluis volgen we een graspad langs rietland om uiteindelijk bij een stroompje genaamd de Rhin uit te komen. In de vegetatie zitten tientallen weidebeekjuffers.

De weg van Gülpe naar Prietzen voert langs de zuidzijde van het meer. Ook hier weer een vogelhut en we zien zo’n 50 Zwarte sterns jagend boven het water. Langs het pad naar de hut zien we Grauwe vliegenvanger en Kuifmezen. Ik herinnerde me van de vorige trips de Ortolanen in de oude eiken langs de doorgaande weg en ook nu werden we niet teleurgesteld. We telden 3 exemplaren, in het dichte bladerdek gevonden door hun weemoedige zang. Terugrijdend naar ons onderkomen horen en zien we in het dorpje Semlin 2 Europese kanaries en in de rietkraag van de Ferchesarer See gilt een Waterral. In het ijle loofbos bij Lochow roept de enige Fluiter die we tijdens deze trip noteren, maar gezien de biotoop moeten er vast meer hebben gezeten.

Ortolaan

De Grote trap was in vroeger tijden een bewoner van Oost-Europese open steppengebieden. Vermoedelijk al sinds de middeleeuwen is het broedareaal uitgebreid tot het oosten van Duitsland. In de jaren ’30 van de vorige eeuw leefden in de deelstaten Brandenburg, Mecklenburg, Sachsen-Anhalt en Sachsen rond de 4000 Grote trappen, een aantal dat we ons nauwelijks kunnen voorstellen. Tijdens WO2 halveerde het bestand en in de tweede helft van de vorige eeuw verdwenen de meeste kolonies. In 1998 werden nog slecht 55 exemplaren geteld. Het uitsterven van de Duitse trappenpopulatie is terug te voeren op hetzelfde treurige verhaal als met onze weidevogels: intensivering en soortenarme graslanden met drie snedes per groeiseizoen, toenemend gebruik van pesticiden met als gevolg nauwelijks nog insecten voor de kuikens, verbouw van mais en het gestadig verdwijnen van braakliggend land.
Al in 1973 was de Duitse Vogelbescherming begonnen met het geconditioneerd uitbroeden van eieren die anders door maaiwerkzaamheden verloren waren gegaan. In 1979 kreeg het project van broeden en uitzetten van kuikens concrete vorm bij de oprichting van het natuurbeschermingsstation bij het dorpje Buckow. Van meet af aan werd de samenwerking met de lokale boeren gezocht, vergelijk het met de bescherming van Grauwe kiekendieven in Groningen. Bij het fokstation te velde hebben de uitgebroede kuikens een afgerasterd terrein van 30 ha ter beschikking voor de opgroei, waarna ze worden uitgezet in het aangrenzende beschermde gebied van ruim 5000 ha, zeg maar ruim tweemaal de polder Oosterwolde, met een soortenrijke vegetatie van grassen en kruiden en biologisch geteelde gewassen.

Er leven momenteel 302 grote trappen in Duitsland (stand maart 2024), waarvan 124 individuen in het Havelland Luch – het gebied dat wij bezochten -, 46 in de landschapsweiden van Belzig en 119 individuen in de Fiener Bruch. In Zerbster Land, waar de afgelopen twee jaar jonge vogels in het wild zijn vrijgelaten als onderdeel van het herintroductieproject, zijn 13 grote trappen waargenomen. Deze drie natuurgebieden liggen zuidelijk van het Havelland Luch.

Wij zijn deze zonnige dag op weg naar het eerder genoemde Buckow. Aan de noordkant van het trappengebied biedt een forse hoge uitkijkhut de mogelijkheid de Grote trappen waar te nemen. De hut biedt een weids panorama over het uitgestrekte landschap, maar de vogels laten zich nog niet zo makkelijk zien. De verhuurster van het vakantiehuisje had al gemeld dat de balts dit voorjaar vroeg was geweest wat betekende dat er nu op de 8e mei nauwelijks nog activiteit in het veld was. Een witte vlek in de verte bleek door de telescoop zoals verwacht een pronkende haan te zijn. Als een opgeklopte donsdeken schreed de vogel door het grasland.
Later die morgen zijn we in de hut bij het gehucht Garlitz, aan de zuidzijde van het gebied. In totaal noteren we 7 hanen en 2 hennen. Op het pad bij deze hut fotografeerde ik bij ons bezoek in 2006 een haan op redelijke fotoafstand. Qua vogelsoorten was het deze morgen karig, tweemaal kwam een mannetje Bruine kiek voorbij en op een akker stond een groep van 60 Kraanvogels. Een paartje solitaire Kranen was er met een al groot jong.

De terugreis is op Hemelvaartsdag. We zijn nog geen kilometer van het vakantiehuisje verwijderd wanneer zo’n 100 meter voor de auto een volwassen wolf het bospad oversteekt. Nog niet zo lang geleden zou dat een unieke waarneming zijn geweest, maar nu elke trimmer of mountainbiker er in Hulshorst of Ermelo al zo ongeveer over gestruikeld is, nauwelijks nog het vermelden waard. Voor ons vieren was het echter een mooie afsluiter van een vijfdaagse trip naar het Havelland.

Roel Pannekoek

Avondstemming aan de Witzker See bij Lochow

Info:
https://www.sternenpark-havelland.de/
https://www.grosstrappe.org/
https://epe-heerde.knnv.nl/wp-content/uploads/sites/8/2020/10/2005-Verslag-vogelreis-Havelland.pdf
Vögel beobachten in Ostdeutschland – Christian Wagner (Autor), Christoph Moning (Autor)