… nog steeds verweving van landbouw en natuur
Reisverslag 2005
Door: Jaap Schröder
Op zoek naar Verkade-album cultuurlandschappen bezocht de familie Schröder het baltische Letland. Hun ervaringen bevestigen opnieuw dat vogels het veel beter doen in het rommelige Letse dan in het gesteriliseerde Nederlandse landschap. In bijgaand verslag een verkapt pleidooi om landbouw en natuur niet te scheiden maar juist te verweven.
Voorstanders van een zo productief mogelijke landbouw laten niet na er op te wijzen dat bij hoge opbrengsten minder grond nodig is om een bevolking te voeden en zo dus meer grond overblijft voor natuur. Dat klinkt prachtig maar die theorie gaat aan een aantal zaken voorbij. In de eerste plaats leiden productieverhogingen in de praktijk vaker tot een grotere bevolking in combinatie met een toenemende behoefte aan veevoederarealen of handhaving van het productievolume omwille van export, dan tot een evenredige teruggave van landbouwgrond aan de natuur. In de tweede plaats blijken productieverhogende maatregelen hand in hand te gaan met een dramatisch verlies van plant- en diersoorten die juist aan cultuurlandschappen gebonden zijn. Noem ze maar op: grauwe kiekendief, grutto, boerenzwaluw, ortolaan, grauwe gors, geelgors, veldleeuwerik, patrijs, grauwe klauwier, paapje, kwartelkoning, ringmus, ……….. en dan beperk ik me even tot vogels. Over de omvang van deze ramp in alleen al de Europese Unie verschijnt inmiddels rapport na rapport, vooralsnog zonder veel effect. Als een olievlek verspreidt dit drama zich vanuit Noord-west-Europa in zuidelijke en oostelijke richting. Om nog één keer te zien hoe het zou kunnen blijven of worden, zoeken veel vogelende vakantiegangers die buitengrenzen van Europa op: voormalig Oost-Duitsland, Polen, Slowakije, het Spaanse binnenland, ………. . Voor ons vormde dit één van de overwegingen om in de zomer van 2005 Letland te bezoeken.
Letland
Letland werd in 1991 onafhankelijk van Rusland en sloot zich in 2004 aan bij de Europese Unie. Letland is twee maal zo groot als Nederland en heeft zeven maal minder inwoners. Daarvan woont een derde in Riga zodat het platteland een oase van rust is. De afstand Nederland-Letland bedraagt circa 1400 km. Voor een autoreis met drie kinderen vonden wij dit teveel en besloten de ferry Kiel-Kleipada (Litouwen) te nemen. Overigens vetrekken vanuit Lübeck en Rostock ook ferries naar Letland zelf. Van 5 tot 18 juli huurden we een gerenoveerde boerderijwoning met een ‘eigen’ ooievaarsnest (www.letlandvakantie.nl), 8 kilometer ten zuiden van de stad Kuldiga in het centrum van de provincie Kurzeme. Kuldiga ligt ongeveer 200 km ten zuidwesten van Riga en 40 km van kilometerslange, doodstille zandstranden van de Oostzee.
Kurzeme bestaat uit een enigszins glooiend landschap met een afwisseling van omvangrijke bospercelen (niet louter naaldhout) en landbouwgebieden met voornamelijk granen en hooiland. Het hooi wordt op veel plekken nog altijd nagedroogd op ruiters maar de balenpersen rukken op. Je vraagt je daarbij af voor wie al dat voer verbouwd wordt want grazend vee zie je nauwelijks. De dieren zouden jaarrond op stal kunnen staan maar ook mestvaalten waren vrijwel onvindbaar. Temidden van dit landschap liggen veel meren (visarend!), beken en rivieren. Het landschap laat zich kenschetsen als uitgestrekt en gevarieerd maar niet als kleinschalig. Wat betreft verkeer is het er doodstil, vanwaar het kennelijk vaak niet nodig gevonden wordt om wegen buiten de dorpen te asfalteren. Anders dan de folders beweren is Kurzeme volgens ons dan ook geen fietsland. De bevolking is nogal gereserveerd en maar een fractie van hen spreekt wat Engels of Duits. In supermarkten is dat natuurlijk geen enkel probleem en in restaurants is het eigenlijk alleen maar spannend als je moet afwachten of je bestelling een beetje begrepen is. En anders bestel je gewoon bij want om de prijzen hoef je niets te laten (‘pappa, wat krijgen we vaak een ijsje deze vakantie?!’).
Verkade-album
Voor vogels is juli geen uitgelezen maand. In combinatie met dagtemperaturen tussen 25 en 30 graden hielden de meeste dieren zich bovendien muisstil. Verder kan met een gezin niet iedere dagbestemming in het teken van vogels staan. Dat in aanmerking genomen verzamelden we toch een leuke lijst waarnemingen waaronder de klassieke vertegenwoordigers van landschappen met extensieve landbouw: ooievaar (ontelbaar), grauwe klauwier (talrijk), geelgors, paapje en veldleeuwerik.
De enige verrassing was het volledig ontbreken van kiekendieven en de schaarsheid van torenvalken. Boomvalken, volgens de boeken de meest algemene valk in Letland, zagen we ondanks de grote aantallen libellen zelfs helemaal niet. Desondanks werd onze hoop op een intact Verkade-album landschap volledig bewaarheid: wellicht dramatisch voor de inkomens van boeren zolang de consument alleen voor voedsel wenst te betalen, maar een verademing voor een ieder die temidden van landbouw biodiversiteit hoopt aan te treffen. Verplichte kost, bovendien, voor de ertegenwoordigers van Nederlandse landbouworganisaties die tot op de dag van vandaag durven te beweren dat de boer de hoeder van het Nederlandse landschap is.
Tot slot
In Letland krijg je regelmatig het gevoel dat de tijd heeft stilgestaan. In de stadjes begint de modernisering echter toe te slaan. Zo leken Letse jongeren (mobieltjes, piercings, tattoo’s) zo uit Harderwijk geplukt te kunnen zijn. Ook op het platteland worden de eerste vege tekens zichtbaar. Belarus trekkers maken plaats voor John Deere’s, alleen de akkerranden bevatten nog korenbloemen, witbonte koeien vervangen het inheemse rundvee. Verder viel op dat een aantal percelen uit productie genomen waren en volliepen met berken- en elzenopslag. Op die manier raak je de aan landbouw gekoppelde biodiversiteit langs twee wegen kwijt: op percelen die gaandeweg intensiever beheerd worden en op percelen die langzaam bos worden. Voor hen die een vakantie naar de Baltische staten overwegen is misschien dus enige haast geboden.
Aanvullende informatie te vinden op:
Letse touristische sites:
Letse vogel site:
Aanvulling auteur: ‘De ontbrekende schakel’
Gierzwaluwen zijn van oorsprong rotsbewoners. Ze zien onze stenen woningen als een vervanger daarvan en broeden dientengevolge in onze (aan)bouwsels. Bij gebrek hieraan wijken gierzwaluwen soms uit naar, door spechten gemaakte, boomholten. Met name vanuit dunbevolkte Scandinavische landen duiken hierover van tijd tot tijd berichten op.
Afgelopen zomer logeerden wij op een voormalige boerderij ten zuidwesten van Riga in het eveneens dunbevolkte Letland (zie elders in deze Anser). Voor ons huis stond een oude Noordse Esdoorn met een doorsnee van ongeveer 80 cm en een hoogte van wel 10 meter. Eigenlijk was het een halve boom, want één zijde van de stam ontbrak en de kern was volledig ingerot. Gezeten onder de boom, hoorden we al de eerste dag ieder half uur iets met veel geritsel van bladeren op de stam ploffen om, na ongeveer 5 minuten, diezelfde boom met snorrende vleugelslag te verlaten. We ontdekten een flink kierende nestkast (35 x 20 x 20 cm, vlieggat 5 cm) op ongeveer 3,5 meter hoogte en vermoedden dat dat de bron van de vreemde geluiden was. Geconditioneerd als we zijn (‘een gierzwaluw is een rotsbewoner’), waren we stomverbaasd toen in het vlieggat een zwart koppie met een kleine snavel en een wittige keelvlek verscheen. Gedurende enkele seconden kom je werkelijk niet op het idee dat je met een gierzwaluw te maken kan hebben. Snel daarna volgde het onmiskenbare gegier en wisten we het zeker. Vervolgens hebben we 14 dagen genoten van duetten, van steeds duidelijker piepende jongen, en van het in- en uitvliegen. Met name in de avondschemer hadden de ouders soms de grootste moeite om het nestgat tussen het gebladerte terug te vinden en waren meerdere pogingen nodig. Enkele ochtenden waren we getuige van het bekende verschijnsel dat ettelijke andere gierzwaluwen, heftig gierend, de kast aanvlogen. Ze klampten zich daarbij steeds gedurende enkele seconden vast aan de kast of de overhangende takken. Voor ons was deze houten nestkast als het ware de ontbrekende schakel tussen natuurlijke nestholten in bomen en (hout)betonnen nestkasten respectievelijk stenen nestholten. Helaas was niet meer na te gaan hoeveel jaren de gierzwaluwen al in de betreffende boom broedden. Evenmin was te achterhalen of het begonnen is met de bewoning van een natuurlijke holte in de Esdoorn waarna de overstap gemaakt is naar de kast toen de boom begon in te rotten.
Waargenomen vogelsoorten (73 stuks) tussen 5 en 18 juli 2005 rond Kuldiga (provincie Kurzeme, Letland) (bij benadering binnen de driehoek Liepaja-Kaap Kolka-Tukums); soorten gemerkt met * (45 stuks) binnen 500 m. rondom ons huisje, zuidelijk van Kuldiga.
Aalscholver
Blauwe Reiger *
Ooievaar *
Knobbelzwaan
Wilde Zwaan
Topper
Eidereend
Grote Zaagbek
Zeearend *
Visarend
Buizerd *
Sperwer *
Havik *
Torenvalk
Patrijs
Kraanvogel *
Kievit *
Witgat *
Oeverloper
Kokmeeuw
Zilvermeeuw
Kleine Mantelmeeuw
Visdief
Houtduif *
Gierzwaluw *
IJsvogel *
Bijeneter
Zwarte Specht *
Grijskopspecht
Grote Bonte Specht *
Kleine Bonte Specht
Veldleeuwerik *
Oeverzwaluw *
Boerenzwaluw *
Huiszwaluw *
Graspieper *
Witte Kwikstaart *
Roodborst *
Gekraagde Roodstaart
Zwarte Roodstaart *
Paapje *
Zanglijster *
Grote Lijster *
Kramsvogel
Merel *
Tuinfluiter
Zwartkop *Braamsluiper *
Spotvogel
Tjiftjaf *
Goudhaan
Grauwe Vliegenvanger
Bonte Vliegenvanger
Koolmees *
Pimpelmees
Boomklever *
Grauwe Klauwier *
Ekster *
Gaai *
Bonte Kraai *
Raaf *
Spreeuw
Ringmus *
Vink *
Putter *
Groenling *
Sijs
Europese Kanarie
Goudvink *
Appelvink *
Geelgors *
Foto’s van de auteur. Gebruik van foto’s is alleen toegestaan na toestemming van de auteur.
Inlichtingen: Jaap Schröder – tel. 0341-416324 – e-mail: schroder.zoomers@caiway.nl