Reisverslag 2007
Door: Kees Rebel

Voor een kort verblijf in het buitenland was dit voorjaar de keuze op Zwitserland gevallen. De vakantie werd van 18 mei tot en met 25 mei 2007 gepland. Vooral het centrale gedeelte van Zwitserland is het meest interessant. In deze regio bevinden zich de bekende bergtoppen, zoals de Jungfrau en de Eiger. Voor het verblijf werd een appartementenhotel in Beatenberg nabij Interlaken gekozen. Deze accommodatie is op een hoogte van 1500 meter gesitueerd en biedt een schitterend uitzicht op de besneeuwde Alpen en het meer van Thun. Op de eerste dag werd bij de VVV in Interlaken voor het openbaarvervoer de Regionalpass Berner-Oberland aangeschaft. Een dergelijke pas kost maar liefst 150 Euro, maar hierbij zijn drie dagen vrij reizen inbegrepen en de overige vier dagen geldt het reizen tegen half tarief. Door gebruik te maken van de bestaande infrastructuur heeft de auto de gehele week voor het appartementenhotel gestaan. De Jungfrau-regio werd met diverse vormen van vervoer, zoals bus, trein, tandrad- en kabelbaan, bezocht. Op deze wijze werd menige top bedwongen! In dit kader speelt Interlaken een belangrijke rol. Vanuit deze stad vertrekken de treinen alle richtingen op. Voor de intercity’s richting Bern of Luzern was station West de vertreklocatie en voor de regionale treinen was station Ost de opstapplaats. De regionale treinen zijn eigendom van verschillende maatschappijen en de belangrijkste treinmaatschappij in deze regio is de Jungfrau-bahn. Met deze treinen werd het grootste gedeelte van Berner-Oberland ontdekt.

Krooneend
Foto: Jan Nijendijk

Een van de eerste doelen was het bezoek aan de Jungfrau-Joch, oftewel ‘The top of Europe’. Via Interlaken-Ost ging de treinreis via Lauterbrunnen naar Kleine Scheidegg. Hier werd overgestapt op een tandradbaan en na een rit van 35 minuten door een tunnel werd de top bereikt. Hier stond een gebouw met diverse restaurants, waarbij de onvermijdelijke bratwursten mit pommes niet ontbraken. Via een gangenstelsel werd de gletsjer bereikt. Ondanks het schitterende uitzicht in de eeuwige sneeuw werden maar weinig vogels ontdekt. Alleen de Alpenkauwen waren nadrukkelijk aanwezig. Voor de terugreis werd een andere route gekozen. Via de Eigergletsjer, waar vanaf het station een Zwarte Roodstaart en Sneeuwvink werden gezien, ging het richting Kleine Scheidegg. Dit alpine landschap met zijn karakteristieke flora werd kortston-

dig bezocht en hier werden een Raaf, een Waterpieper en zelfs een Koekoek gehoord. Ook hier waren vele Alpenkauwen te bewonderen. Na dit uitstapje werd met de volgende trein koers naar Grindelwald gezet. Dit leverde een langdurige afdaling in het alpine landschap op. Vanaf deze startplaats voor vele wandelaars werd de terugreis naar Interlaken vervolgd. En na een dag van trein in en trein uit en in totaal vier bussen werd Beatenberg in de namiddag weer bereikt.

De volgende dag werd met de intercity (IC) de oude stad Thun bezocht. Kenmerkend is hier de rivier welke door het centrum van de stad stroomt. En wie aan rivieren denkt, denkt onmiddellijk aan watervogels. Vanaf de vele bruggen in deze stad werd de rivier afgespeurd en al spoedig werden Knobbelzwanen, Wilde Eenden, Krooneenden en een Grote Zaagbek ontdekt. Verdere verrassingen bleven uit, of het moet in de namiddag in de omgeving van het verblijfadres zijn geweest. Na een korte wandeling door het bos bestaande uit naaldhout werd een ‘hakkend’ geluid gehoord. Na enig speurwerk werd een mannetje Drieteenspecht met de kenmerkende gele kruin ontdekt. In de nabijgelegen alpenweiden werden geen vogels gezien. Deze weiden met hun bloemenpracht worden handmatig bewerkt en het maaisel direct afgevoerd. Deze verschraling zorgt voor het bekende beeld van kruidenrijke alpenweiden op de berghellingen met bruine grazende Koeien al dan niet voorzien van een traditionele koeienbel. In een dergelijke weide aan de bosrand werd nog wel een Ree ontdekt. Terug in het dorp vielen de vele zingende Zwarte Roodstaarten op. Verder werd langs de weg een foeragerende Grauwe Vliegenvanger waargenomen.

De volgende dag stond een reis naar First op het programma. Ditmaal werd de Berner-Oberland-Express vanuit Interlaken wederom naar Grindelwald genomen. Vanaf het station was het een kwartier lopen naar de kabelbaan. Deze kabelbaan maakte het mogelijk om op gemakkelijke wijze tot ver in het berggebied te kunnen doordringen. De reis in de cabine duurde al gauw meer dan een half uur. De bergtop van First werd spoedig bereikt en door de laag hangende bewolking deed het geheel een beetje spookachtig aan. Verder deed het kale en rotsachtige landschap enigszins aan een maanlandschap denken. Ondanks de altijd aanwezige en luidruchtige Alpenkauwen maakte het gebied een uitgestorven indruk. Met de verrekijker werd de omgeving afgespeurd en in eerste instantie was er geen teken van leven te bespeuren. Totdat er plotseling een silhouet van een hertachtige op een bergtop verscheen. Bij nadere bestudering bleek het om een mannetje Gems te gaan. Dit dier daalde langzaam van de berghelling af en werd later door twee vrouwtjes met twee jongen gevolgd. Tijdens het bekijken van dit schouwspel vloog aan de andere kant van de top een Steenarend over. Hierbij waren de gevleugelde vingers en goudkleurige kop duidelijk zichtbaar. Er was geen wit in de vleugels te zien en hieraan valt af te leiden het met een adult exemplaar van doen te hebben. Deze vaste bewoner in berggebieden zweefde lange tijd langs diverse bergruggen op zoek naar prooidieren, zoals Konijnen, Hazen, Alpenmarmotten en Sneeuwhoenders, om alvorens uit het zicht te verdwijnen. Na deze bijzondere waarneming werd met de terugreis aangevangen en na een reis met de inmiddels bekende kabelbaan, trein en bus kwam Beatenberg als thuisbasis langzamerhand weer in zicht.

Rode wouw
Foto: Chris Herzog

Na een dag in de bergen te hebben doorgebracht werd het tijd voor een culturele uitstap. In dit kader werd Bern bezocht. Vooral de klokkentorens en fonteinen waren hier de belangrijkste bezienswaardigheden. Verder waren er vele kleine winkeltjes in de gedeeltelijk overdekte hoofdstraat te vinden. Een minder drukke stad was Brienz. Dit dorp staat bekend om zijn houtsnijwerkkunst en is gelegen aan een meer ten oosten van Interlaken. Ook hier werden o.a. Grote Zaagbekken en Krooneenden gezien. Vanuit Brienz vertrekt regelmatig een oude stoomtrein de bergen in. Echter de snelle intercity

zorgt voor de verbinding tussen Brienz en Interlaken. Voor de regio is Interlaken de belangrijkste plaats. Hier zijn vele souvenirshops te vinden. Tevens zijn er veel winkels waar de bekende Zwitserse horloges en koekoeksklokken te koop zijn. Tevens is dit de ontmoetingsplek voor de jetset getuige de vele kostbare bolides die door de hoofdstraat reden. Het open karakter van deze stad zorgt er in ieder geval voor een gezonde stand van de Huismus. Elk hotel of restaurant had wel zijn eigen kolonie Huismussen. Verder vlogen regelmatig Gierzwaluwen over de stad en soms zweefde zelfs een Rode Wouw boven het centrum. Andere Rode Wouwen werden overigens in de omgeving van Beatenberg gezien. De Zwarte Wouw daarentegen werd vanaf het balkon van het appartement ontdekt. Ook werden vanaf deze locatie regelmatig Slechtvalken en Raven waargenomen.

Na een bezoek aan de stedelijke omgeving was het een verademing om de wandelschoenen weer aan te kunnen trekken. Hierbij werd een gedeelte van de Niederhorn beklommen (www.niederhorn.ch). De omstandigheden voor deze klauterpartij waren door het warme weer ongunstig. Halverwege de berg werd het bergstation Vorsass bereikt. Hier bevond zich aan de rand van de boomgrens de overgangszone tussen de alpenweide en het alpine landschap. Voor de flora een uitermate interessant gebied en er werden dan ook velden met orchideeën ontdekt. De vele planten in al hun verschijningsvormen hadden een grote aantrekkingskracht op diverse soorten vlinders. In eerste instantie werden wel vogels gehoord, maar niet gezien. De omgeving werd scherp in de gaten gehouden. En jawel, het wachten werd beloond. Plotseling daalde een vogel neer en het bleek bij nader inzien om een Beflijster te gaan. Maar daar bleef het niet bij. Ineens waren in dit gebied meerdere Beflijsters actief. Op slechts enkele meters afstand waren deze vogels druk aan het foerageren en lieten zich gemakkelijk observeren. Na deze onverwachte ontmoeting werd het tijd om weer naar Beatenberg terug te keren. Hierbij werd, nu in tegenovergestelde richting, het bergstation Vorsass gepasseerd. Hier werden diverse Kneuen gezien en er wer-

den tussen deze Kneuen geheel andere vogelgeluiden gehoord. Tijdens het opvliegen deden deze vogels enigszins aan Groenlingen denken, maar in een later stadium bleek het om Citroenkanaries te gaan. Voorwaar niet slecht, een dergelijke ontdekking! Tevens scharrelde een Goudvink tussen de struiken. Hierna werd deze karakteristieke alpine weide verlaten en kon de afdaling naar Beatenberg worden ingezet.

Goudvink
Foto: Jan Nijendijk

De laatste dag stond wederom in het teken van een bezoek aan de Niederhorn. De top ligt op 1950 meter hoogte en werd al spoedig met de kabelbaan bereikt. Merkwaardig genoeg bestaat dit gebied uit hoogveen. Hier liggen nog vele vennetjes die zorgen voor bijzondere planten en de bijbehorende insecten en vlinders. Verder staat de Niederhorn bekent om zijn populatie Steenbokken. Helaas zijn deze dieren hier niet aangetroffen, evenals de Alpenmarmot. In feite is de Niederhorn een bergrug met uitzicht op de steden Thun en Interlaken. Hier waren de Alpenkauwen zoals gewoonlijk wederom nadrukkelijk aanwezig. Ook een Raaf liet zich zien en van zich horen. Verder vlogen enkele Kneuen en Citroenkanaries rond. In verband met de terugreis naar Nederland werd deze bergtop weer snel verlaten. Halverwege de afdaling met de kabelbaan werd op het terras bij een berghut nabij bergstation Vorsass de middagmaaltijd genuttigd. Een mooie afsluiting van een boeiende vakantie in het centrale gedeelte van Zwitserland en hoe symbolisch het ook kan blijkt wel uit het feit dat vlak voor de laatste etappe met de kabelbaan een Steenarend met gespreide vleugels op grote hoogte overvloog. Een mooier slot was bij deze eigenlijk niet te bedenken.

Inlichtingen: Kees Rebel – tel. 06-20818714 – e-mail: kees.rebelzeetrek@hotmail.com

Gebruik van foto’s is alleen toegestaan na toestemming van de fotograaf (contactgegevens via de webmaster).