Reisverslag 2002
Door: Pascal Wink

Een van de landen waar ik altijd al heen had willen gaan voor een vogelreis was Armenië. Afgelopen zomer las ik op het internet over een vogelreis naar Armenië met de engelse vogelreisorganisatie Birdwatching Breaks. Dit zou de eerste vogelreis ooit door een buitenlandse organisatie naar Armenië in het najaar worden. Op 3 september was het dan zover. Eerst vloog ik met Easyjet naar Londen-Luton. Vervolgens met de bus van Luton naar Heathrow waar ik de overige deelnemers aan deze reis ontmoette. Er hadden zich slechts twee anderen aangemeld voor deze reis. Een engelsman en een vrouw uit de Dominicaanse republiek (!). Met de reisleider Roy Beddard waren we dus maar met z’n vieren. We vlogen eerst naar Wenen waar we enige tijd moesten wachten voordat we konden overstappen op onze vlucht naar Yerevan. Op het vliegveld stond onze Armeense gids Vasil Ananian (de enige vogelaar die het land rijk is) en de chauffeur Artur ons al op te wachten. Na ongeveer twee uur te hebben gewacht op de bagage konden we eindelijk vertrekken. Om ongeveer zeven uur ’s morgens kwamen we aan bij het hotel waar we nog minder dan twee uur hadden voordat we op pad zouden gaan.

4 september

Kleine klapekster

Het reisdoel voor vandaag was de Armash Fishponds, een verzameling visvijvers even ten zuiden van Yerevan aan de grens met Turkije en Iran. Even voor de visvijvers zagen we enkele Vorkstaartplevieren. Langs de weg op de elektriciteitsdraden zaten onder andere Scharrelaar, Grauwe klauwier, Kleine klapekster, Ortolaan en als klap op de vuurpijl Groene bijeneters (in totaal circa 80 stuks)! Op en rond de visvijvers zagen we onder andere Geoorde fuut, Dwergaalscholver, Purperreiger, Ralreiger, Kwak, Zwarte ibis, Krooneend, Witkopeend, Wespendief, Slangenarend, Armeense meeuw, Dunbekmeeuw, Dwergstern, Witwangstern, Witvleugelstern, Kleine kortteenleeuwerik en Veldrietzanger. In een ondiepe plas naast een afvoerkanaal waren verschillende soorten steltlopers aanwezig waaronder Kluut, Steltkluut, Kleine strandloper, Bos- en Poelruiter. Ook vlogen hier verschillende Lachsterns rond. Op de terugweg in de bosjes naast de weg nog twee Ménétries grasmussen en enkele Ortolanen. In totaal zagen we hier maar liefst 80 vogelsoorten. Jammer genoeg is deze fantastische vogelplek nog steeds niet beschermd.

5 september

Vandaag zouden we ten noorden van Yerevan op zoek gaan naar doortrekkende roofvogels. Net buiten Yerevan zagen we op de elektriciteitsdraden langs de weg een mannetje Finsch’ tapuit zitten. Toen we uit de auto stapten om deze vogel beter te bekijken bleek dit gebied vol te zitten met vogels. Al snel werden op de droge rotsige helling Kuifleeuwerik, Isabeltapuit en Tapuit ontdekt. Niet veel later vond ik een Tapuit die ik determineerde als een eerstewinter mannetje Bonte tapuit. Dit tot grote vreugde van Vasil. Van deze soort waren in Armenië slechts enkele waarnemingen bekend en hij had er nog nooit een gezien. Verder zagen we hier onder andere een Hop, een groep van minstens 25 Bijeneters op de elektriciteitsdraden, enkele Grauwe klauwieren en Kleine klapeksters en groepjes Ringmussen en Grauwe gorzen. Na hier ongeveer een uur te hebben besteed reden we verder in de richting van Mount Ara. In de velden langs de weg waren verschillende Arendbuizerden waargenomen. Ook zagen we hier, zij het op grote afstand, een Schreeuwarend. Verder werden hier nog enkele Zwarte wouwen, (Steppe) Buizerden en Grauwe kiekendieven gezien. Vervolgens reden we richting een klein reservoir (Aparan reservoir). Langs de weg zagen we onder andere Slangenarend, Duinpieper, Rotsmus en Oostelijk blonde tapuit. Op het reservoir zelf waren jammer genoeg nauwelijks vogels aanwezig. Na de lunch (een uitgebreide barbecue), waarbij onder andere nog Schreeuwarend en Rotsklever werden waargenomen, vervolgden we onze weg. Een volgende stop leverde verschillende Bastaardarenden op. Van deze soort waren vreemd genoeg maar 12 waarnemingen bekend. Even voorbij Aparan zagen we nog een onvolwassen Steppearend. Op een klein reservoir nabij Mastara was een groep van 26 Grauwe franjepoten druk aan het foerageren. Ook hier was nog een vrouwtje Bonte tapuit aanwezig. Een langsvliegende grote valk (Lanner of Saker) kon door het snel minder wordende licht helaas niet worden gedetermineerd.

6 september

We vertrokken voor zonsopgang in de richting van Hradzan, een vervallen industriestad. Bij een verlaten goudmijn met enkele gebouwen werd gestopt voor het ontbijt. Hier werden onder andere Rotszwaluw, een overvliegende Roodvoorhoofdkanarie en enkele Zwarte roodstaarten waargenomen. Na het ontbijt reden we met een vierwiel-aangedreven busje over een smal en onverhard pad Arkhashan Mountain op. Na een hobbelige tocht van ongeveer een uur bereikten we de top. Helaas was het erg mistig waardoor onze hoop om Kaukasische korhoenders (de doelsoort van deze dag) te zien snel minder werd. Na we ongeveer vijf minuten hadden gelopen vloog plotseling een mannetje van de helling naar beneden en verdween in de mist. Toen het kort opklaarde zagen we nog een mannetje en een vrouwtje van deze soort zitten. Op de weg naar beneden zagen we nog verschillende Waterpiepers, Strandleeuwerikken, Paapjes, Aziatische roodborsttapuiten, Bosrietzangers (een vreemde plek voor deze soort), Fraters en een Roodmus. Toen we weer terugwaren bij de mijn werden nog een paartje Steenarend, Waterspreeuw en Rotsklever gezien.

Waterspreeuw

Het volgende doel was Lake Sevan, een van de hoogstgelegen meren ter wereld (op bijna 2000 meter). Het waterpeil van het meer stond erg hoog waardoor het grasland langs de rand van het meer deels was overstroomd. Langs de rand van het meer werden behalve enorme aantallen Armeense meeuwen, onder andere waargenomen: Grote zilverreiger, Ralreiger, Casarca, Zomertaling, Krooneend, Bastaardarend, Reuzenzwartkopmeeuw, Poelruiter, Kleine- en Krombekstrandloper, Scharrelaar en een grote groep Kortteenleeuwerikken. Tussen de Bijeneters vloog ook nog één Groene bijeneter. We reden door naar het dorp Artvaneest waar we twee dagen bij een lokale familie in huis zouden verblijven. Tijdens de uitgebreide avondmaaltijd vloeide de wodka (en de door mij meegenomen whisky) rijkelijk.

7 september

Na het ontbijt liepen we naar de rand van het meer. Hier waren onder andere aanwezig: Geoorde fuut, Casarca, Ralreiger en Kleine strandloper. In de struiken langs het meer bevonden zich verschillende Kaukasische tjiftjaffen en Cetti’s zangers. Twee groepen Puperreigers vlogen hoog over. Vervolgens reden we verder in de richting van Gilli. Onderweg zagen we onder andere twee Boomvalken die achterna werden gejaagd door een Sperwer. Verder grote aantallen Kaukasische tjiftjaffen. Jammer genoeg waren er op het meer behalve de nodige Casarca’s verder weinig vogels aanwezig, Waarschijnlijk door verstoring van vissers. Wel zagen we hier nog een juveniele Middelste jager heen en weer vliegen, pas de vijfde voor Armenië. Het gebied rond het voormalige Lake Gilli, is een bekende plek voor doortrekkende Jufferkraanvogels. We vroegen aan een herder of hij de laatste dagen nog kraanvogels had gezien. Hij antwoordde dat er de vorige avond verschillende exemplaren hadden overnacht. Even later ontdekte ik op zeer grote afstand (enkele kilometers) een groep van tenminste 50 vliegende vogels. Het was nog maar net te zien dat het hier ging om kraanvogels. We reden naar de plek waar we ze hadden zien vliegen maar ondanks lang zoeken konden we ze niet terugvinden. Vervolgens ging het naar Lichk. Doordat er hier geen verstoring was van visserszat het hier volmet vogels waaronder een Schreeuwarend, circa 30 Ralreigers, maar dan 40 Reuzenzwartkopmeeuwen, 15 Lachsterns en een groepje Steppevorkstaartplevieren.’s Avonds reden we terug naar Gilli hopend op Jufferkraanvogels. Na enig zoeken werd op ongeveer een kilometer afstand een paartje met jong ontdekt. We liepen naar de vogels toe en konden ze vanaf een zandheuvel goed bekijken. Verder waren in de velden nog twee Bastaardarenden, verschillende Arendbuizerden, tenminste 15 Grauwe kiekendieven en 5 Isabeltapuiten aanwezig. Waarschijnlijk ook nog een juveniele Steppekiekendief maar deze kon helaas niet met zekerheid gedetermineerd worden. Toen we terugliepen naar de auto vloog een mooi mannetje van deze soort dichtbij langs. Het zien van de Jufferkranen werd tijdens de maaltijd natuurlijk gevierd met de nodige wodka.

8 september

Na afscheid te hebben genomen van ons gastgezin vertrokken we richting de Sulema pas. Onderweg zagen we onder andere: een verre Lammergier, verschillende Arendbuizerden en Schreeuwarenden, Slangenarend, Hop, Scharrelaar, Strandleeuwerik, Rode rotslijster, Rotsmus en Frater. Helaas konden we geen Bergkalanderleeuwerik en Steenheggenmus vinden. Waarschijnlijk waren deze soorten al weer weggetrokken.

Grauwe gors

Nabij de top van de pas keken we vanaf een uitkijkpunt richting Mount Gazma. Boven de bergen cirkelden veel roofvogels: Vale gier (11), Monniksgier (2), Lammergier, Steppearend, Steenarend en een waarschijnlijke Keizerarend. Toen we weer afdaalden zagen we nog een mannetje Steppekiekendief, een groep Patrijzen en enkele Grijze gorzen. Ook hoorden we verschillende Aziatische steenpatrijzen roepen. Even verderop beleefden we een hachelijk moment toen we bijna een afgrond inreden, het ging allemaal maar net goed. We stopten op een plek waar recentelijk een vrachtwagen vol watermeloenen was verongelukt. De chauffeur had dit ongeluk overleefd en had als dank op deze plek een kip geofferd. Behalve de kip zagen we hier een paartje Aziatische steenpatrijs met jongen, een mannetje Blauwe rotslijster, Rotsklever en Grote rotsklever. Een langsrijdende auto had zijn kofferbak vol met Aziatische steenpatrijzen liggen. Even later bereikten we onze accommodatie in Gladzor, opnieuw bij een  gastgezin.

9 september

Opnieuw een vroege start. In de schemering reden we naar de top van Mount Gazma (circa 2800 meter hoog). De eerste vogels die we hier zagen waren enkele Strandleeuweriken, gevolgd door enkele Beflijsters en Alpenkraaien. Na kort zoeken zag ik kort drie Kaspische sneeuwhoenders naar beneden een kloof invliegen. David was de enige die de vogels ook had gezien, de anderen keken net een andere kant op en waren tot hun grote frustratie net te laat. Er werd nog geruime tijd gezocht naar de vogels maar zonder succes. Wel werden er nog drie Lammergieren, verschillende Alpenheggenmussen, Zwarte roodstaarten, Rode rotslijsters en Grijze gorzen, evenals een groep Roodvoorhoofdkanaries gezien. Op de weg terug naar Gladzor werden onder andere enkele Ortolanen en een Oostelijke blonde tapuit gezien. In het dorp nog twee Syrische bonte spechten en een groep van zeven doortrekkende Kleine torenvalken.

10 september

Helaas alweer de laatste dag in het veld. Na het ontbijt vertrokken we richting Armash. Onderweg Oostelijke blonde tapuit, Blauwe rotslijster en Grijze gors. Langs de weg bij Armash waren verschillende Kleine torenvalken aanwezig. In de struiken bij de ingang van de visvijvers zagen we verschillende Ménétries grasmussen en Ortolanen. Op de elektriciteitsdraden zaten honderden Roze spreeuwen en verschillende Groene bijeneters (minder dan de eerste keer). Op de visvijvers waren ongeveer dezelfde soorten aanwezig als op 4 september. Toch zagen we nog een aantal nieuwe soorten waaronder Marmer- en Witoogeend. In het ondiepe plasje langs het afvoerkanaal zaten twee Temmincks strandlopers (pas de zesde waarneming voor Armenië), een juveniele Vorkstaartplevier en een lutea Gele kwikstaart. De laatste plek die we op deze reis bezochten was de kloof bij Vedi. Op deze plek worden de laatste paar jaar regelmatig Mongoolse woestijnvinken waargemomen. Na enige tijd bij een drinkplaats te hebben gewacht kwam uiteindelijk een groep vinkachtigen (circa 15 exemplaren) naar beneden om te drinken. De determinatie van de vogels leverde de nodige problemen op. Uiteindelijk konden Woestijnvink en Rode woestijnvink worden uitgesloten en kwamen we uit op Mongoolse woestijnvinken. Verder onder andere: Hop, Finsch’ tapuit, Blauwe rotslijster en Grote rotsklever. Een mooie afsluiting van deze vogelreis.

Inlichtingen: Pascal Wink (contactgegevens via de secretaris).

Foto’s: Wim Janszen.