Wintertelling Klapeksters 2006-2007

Klapekster – tek. Ruud Weenink

Aanleiding en doel

Afgelopen november 2007 is al weer voor de zevende keer een telling van Klapeksters georganiseerd. Het doel is een beeld te krijgen van de aantallen en verspreiding van overwinterende Klapeksters. Daarnaast is het een leuke bezigheid. Vogelaars kunnen met een enkele dag veldwerk een goede bijdrage geven aan vogelonderzoek. In dit artikel wordt specifiek stil gestaan bij de resultaten van de tellingen uit 2006 en 2007.

Methodiek

Al jaren is de vaste telperiode de laatste twee weekeinden van november met de tussenliggende

week. Voor 2006 was dit de week van 18 tot en met 26 november; voor 2007 was het de week van 17 tot en met 25 november. Vele tellers bezoeken min of meer vaste telgebieden.

Daarnaast geven zij en anderen ook losse waarnemingen door buiten het eigen telgebied, vaak ook van vóór en na de telperiode. Het devies is altijd goed opletten, voldoende tijd besteden. Als niets gezien wordt het liefst later in de week nog eens teruggaan. Aanvullend op de doorgegeven waarnemingen is rond 1-1-2008 internet afgezocht op aanvullende waarnemingen, binnen en buiten de telperiode. De volgende websites leveren aanvullende waarnemingen op: vbwnoordveluwe.nl, waarneming.nl en dba.nl. Nadeel van internet is dat waarnemingen soms dubbel vermeld worden door vogelaars die ‘samen’ op pad zijn geweest, maar dezelfde vogel op verschillende wijze publiceren. Landelijk was er vanuit www.waarneming.nl  ook extra aandacht voor deze vogelsoort. Dit leidde tot extra waarnemingen via de genoemde website.

Alle tellers bedankt voor de waarnemingen uit 2006 en 2007! Ga door met Klapeksters tellen s.v.p.

Resultaten 2006

Het najaar van 2006 was heel warm, warmer dan ‘normaal’. Bij bevestiging van deelname aan de telling melden drie waarnemers onafhankelijk van elkaar in het najaar van 2006 nog géén Klapekster te hebben gezien!  Wat belooft dit voor de telling?

De eerste Klapekster is bekend geworden op 21-10-2006. Dit is relatief zeer laat. In andere jaren werd toch in de eerste week van oktober al wel een Klapekster gezien! Totaal zijn tot 1-1-2008 een 74 waarnemingen bekend. Binnen de telperiode zijn zo’n 27 winterterritoria vastgesteld, daarbuiten nog eens 11 winterterritoria. Enkele nieuwe locaties liggen vooral op de West-Veluwe, bij Putten en Voorthuizen. Het kaartje geeft de verspreiding 2006 weer: donkere prikker binnen telperiode en licht erbuiten.

Er ontbreken hier en daar wel enkele Klapeksters. Jan Kuijper meldt op de Elspeetsche heide e.o. vier Klapeksters waar er anders minimaal negen zijn (bij gelijke intensiteit van onderzoek)! Wim Smit doet op de Ermelose heide zes (!) pogingen in twee weken tijd en ziet één Klapekster in gebied waar er in andere jaren wel drie zijn!

Relatief weinig waarnemingen, die ook maar ten dele in de telperiode vallen. Als omstandigheden worden genoemd de zachte weersomstandigheden (late aankomst), militaire oefeningen (Ermelose heide), schaapskudde (Tongeren) en drukkere recreactie (Elspeetsche heide en elders). Deze activiteiten geven verstoring en daardoor worden de Klapeksters minder goed gezien. Ook geeft een enkele teller aan: ik heb niet kunnen tellen!

Conclusie: Ondanks het relatief kleine aantal waarnemingen en een late aankomst kunnen in 2006 toch wel iets van 38 locaties (27+11) bezet zijn geweest in de winter. Niet gek.

Resultaten 2007

Opnieuw was de eerste waarneming relatief laat, namelijk op 12-10-2007, maar wel eerder dan in 2006. Het najaar was ook minder warm dan 2006. In totaal zijn er tot 1-1-2008 125 waarrnemingen bekend geworden. Deze duiden op 38 winterterritoria binnen de telperiode en nog eens 15 buiten de telperiode vastgesteld. Totaal zijn er in najaar/winter 2007 dus op zo’n 53 locaties Klapekster-waarnemingen bekend geworden. Nog veel beter dan in 2006 dus. Opnieuw enkele waarnemingen van ‘nieuwe’ plekken zoals de Appelsche heide, Stroesche zand en Nieuw-Milligen. Niet iedere waarneming duidt wellicht op een winterterritorium zoals die in de Veesserwaarden. Ook ontbrak de Klapekster op een enkele plek, zoals het Uddeler buurtveld en het Rollekootse veld.

Het flinke aantal van 2007 is in ieder geval ook het gevolg van verhoogde telinspanningen.

Zie het kaartbeeld 2007: donkere prikker binnen de telperiode en de lichte prikker er buiten.

Conclusie

Bekijken we de trend door de afgelopen jaren heen, dan is het aantal winterterritoria als volgt:

–     2001: 28
–     2002: 33
–     2003: 27
–     2004: 25-35 (78 waarnemingen)
–     2005: 44 (100 waarnemingen)
–     2006: 38 (74 waarnemingen)
–     2007: 53 (125 waarnemingen)

Het is moeilijk hierin een trend (gelijk, toename of afname?) te onderkennen. Van een afname lijkt in ieder geval nog geen sprake. Echter met zo’n uitspraak moet voorzichtigheid betracht worden omdat de inventarisatie-inspanning in alle jaren niet gelijk is. Het grote aantal waarnemingen uit 2007 is mede te danken aan de actie van www.waarneming.nl waardoor meer waarnemingen bekend en andere plekken onderzocht zijn. Er zijn waarnemingen bijgekomen van plekken die in andere jaren nog niet of nauwelijks onderzocht zijn. Het grotere aantal waarnemingen kan dus makkelijk een waarnemerseffect zijn: de soort is niet talrijker geworden, maar er is beter op gelet!

Opvallend is het relatief laat arriveren van de Klapekster. Omdat het aantal waarnemingen groter wordt, lijkt dit géén waarnemerseffect. Wellicht spelen weer en klimaat een rol in het overwinteren van de Klapekster.

We blijven de Klapekster de komende jaren tellen. In november 2008 zouden alle heidevelden eens goed bekeken moeten worden om vast te stellen wanneer de Klapekster arriveert en welke heidevelden bezet zijn. Wie weet verbreken we dan records zoals aankomstdatum of aantal winterterritoria.

Waarnemers: nogmaals bedankt voor het doorgeven van waarnemingen!

Contactpersoon:
* Gert Prins  –  De Wildkamp 21  –  8162  GH  Epe
tel. 0578-627016  –  e-mail: gah.prins@wxs.nl